(Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker
Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren...
Ausführliche Beschreibung
Autor*in: |
de Mol, Pieter [verfasserIn] Gerritsen, Winald R. [verfasserIn] |
---|
Format: |
E-Artikel |
---|---|
Sprache: |
Niederländisch |
Erschienen: |
2015 |
---|
Schlagwörter: |
---|
Übergeordnetes Werk: |
Enthalten in: Tijdschrift voor Urologie - Houten : Bohn Stafleu Van Loghum, 2011, 5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222 |
---|---|
Übergeordnetes Werk: |
volume:5 ; year:2015 ; number:8 ; day:27 ; month:11 ; pages:215-222 |
Links: |
---|
DOI / URN: |
10.1007/s13629-015-0104-1 |
---|
Katalog-ID: |
SPR031947913 |
---|
LEADER | 01000caa a22002652 4500 | ||
---|---|---|---|
001 | SPR031947913 | ||
003 | DE-627 | ||
005 | 20201125153608.0 | ||
007 | cr uuu---uuuuu | ||
008 | 201007s2015 xx |||||o 00| ||dut c | ||
024 | 7 | |a 10.1007/s13629-015-0104-1 |2 doi | |
035 | |a (DE-627)SPR031947913 | ||
035 | |a (SPR)s13629-015-0104-1-e | ||
040 | |a DE-627 |b ger |c DE-627 |e rakwb | ||
041 | |a dut | ||
100 | 1 | |a de Mol, Pieter |e verfasserin |4 aut | |
245 | 1 | 0 | |a (Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker |
264 | 1 | |c 2015 | |
336 | |a Text |b txt |2 rdacontent | ||
337 | |a Computermedien |b c |2 rdamedia | ||
338 | |a Online-Ressource |b cr |2 rdacarrier | ||
520 | |a Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie. | ||
650 | 4 | |a bladder cancer |7 (dpeaa)DE-He213 | |
650 | 4 | |a muscle invasive |7 (dpeaa)DE-He213 | |
650 | 4 | |a neoadjuvant chemotherapy |7 (dpeaa)DE-He213 | |
650 | 4 | |a adjuvant chemotherapy |7 (dpeaa)DE-He213 | |
650 | 4 | |a immunotherapy |7 (dpeaa)DE-He213 | |
700 | 1 | |a Gerritsen, Winald R. |e verfasserin |4 aut | |
773 | 0 | 8 | |i Enthalten in |t Tijdschrift voor Urologie |d Houten : Bohn Stafleu Van Loghum, 2011 |g 5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222 |w (DE-627)815914822 |w (DE-600)2806687-X |x 2211-4718 |7 nnns |
773 | 1 | 8 | |g volume:5 |g year:2015 |g number:8 |g day:27 |g month:11 |g pages:215-222 |
856 | 4 | 0 | |u https://dx.doi.org/10.1007/s13629-015-0104-1 |z lizenzpflichtig |3 Volltext |
912 | |a GBV_USEFLAG_A | ||
912 | |a SYSFLAG_A | ||
912 | |a GBV_SPRINGER | ||
912 | |a GBV_ILN_2005 | ||
912 | |a GBV_ILN_2009 | ||
912 | |a GBV_ILN_2055 | ||
912 | |a GBV_ILN_2111 | ||
951 | |a AR | ||
952 | |d 5 |j 2015 |e 8 |b 27 |c 11 |h 215-222 |
author_variant |
m p d mp mpd w r g wr wrg |
---|---|
matchkey_str |
article:22114718:2015----::eajvnehmteaibjpeivs |
hierarchy_sort_str |
2015 |
publishDate |
2015 |
allfields |
10.1007/s13629-015-0104-1 doi (DE-627)SPR031947913 (SPR)s13629-015-0104-1-e DE-627 ger DE-627 rakwb dut de Mol, Pieter verfasserin aut (Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker 2015 Text txt rdacontent Computermedien c rdamedia Online-Ressource cr rdacarrier Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie. bladder cancer (dpeaa)DE-He213 muscle invasive (dpeaa)DE-He213 neoadjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 adjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 immunotherapy (dpeaa)DE-He213 Gerritsen, Winald R. verfasserin aut Enthalten in Tijdschrift voor Urologie Houten : Bohn Stafleu Van Loghum, 2011 5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222 (DE-627)815914822 (DE-600)2806687-X 2211-4718 nnns volume:5 year:2015 number:8 day:27 month:11 pages:215-222 https://dx.doi.org/10.1007/s13629-015-0104-1 lizenzpflichtig Volltext GBV_USEFLAG_A SYSFLAG_A GBV_SPRINGER GBV_ILN_2005 GBV_ILN_2009 GBV_ILN_2055 GBV_ILN_2111 AR 5 2015 8 27 11 215-222 |
spelling |
10.1007/s13629-015-0104-1 doi (DE-627)SPR031947913 (SPR)s13629-015-0104-1-e DE-627 ger DE-627 rakwb dut de Mol, Pieter verfasserin aut (Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker 2015 Text txt rdacontent Computermedien c rdamedia Online-Ressource cr rdacarrier Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie. bladder cancer (dpeaa)DE-He213 muscle invasive (dpeaa)DE-He213 neoadjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 adjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 immunotherapy (dpeaa)DE-He213 Gerritsen, Winald R. verfasserin aut Enthalten in Tijdschrift voor Urologie Houten : Bohn Stafleu Van Loghum, 2011 5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222 (DE-627)815914822 (DE-600)2806687-X 2211-4718 nnns volume:5 year:2015 number:8 day:27 month:11 pages:215-222 https://dx.doi.org/10.1007/s13629-015-0104-1 lizenzpflichtig Volltext GBV_USEFLAG_A SYSFLAG_A GBV_SPRINGER GBV_ILN_2005 GBV_ILN_2009 GBV_ILN_2055 GBV_ILN_2111 AR 5 2015 8 27 11 215-222 |
allfields_unstemmed |
10.1007/s13629-015-0104-1 doi (DE-627)SPR031947913 (SPR)s13629-015-0104-1-e DE-627 ger DE-627 rakwb dut de Mol, Pieter verfasserin aut (Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker 2015 Text txt rdacontent Computermedien c rdamedia Online-Ressource cr rdacarrier Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie. bladder cancer (dpeaa)DE-He213 muscle invasive (dpeaa)DE-He213 neoadjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 adjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 immunotherapy (dpeaa)DE-He213 Gerritsen, Winald R. verfasserin aut Enthalten in Tijdschrift voor Urologie Houten : Bohn Stafleu Van Loghum, 2011 5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222 (DE-627)815914822 (DE-600)2806687-X 2211-4718 nnns volume:5 year:2015 number:8 day:27 month:11 pages:215-222 https://dx.doi.org/10.1007/s13629-015-0104-1 lizenzpflichtig Volltext GBV_USEFLAG_A SYSFLAG_A GBV_SPRINGER GBV_ILN_2005 GBV_ILN_2009 GBV_ILN_2055 GBV_ILN_2111 AR 5 2015 8 27 11 215-222 |
allfieldsGer |
10.1007/s13629-015-0104-1 doi (DE-627)SPR031947913 (SPR)s13629-015-0104-1-e DE-627 ger DE-627 rakwb dut de Mol, Pieter verfasserin aut (Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker 2015 Text txt rdacontent Computermedien c rdamedia Online-Ressource cr rdacarrier Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie. bladder cancer (dpeaa)DE-He213 muscle invasive (dpeaa)DE-He213 neoadjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 adjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 immunotherapy (dpeaa)DE-He213 Gerritsen, Winald R. verfasserin aut Enthalten in Tijdschrift voor Urologie Houten : Bohn Stafleu Van Loghum, 2011 5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222 (DE-627)815914822 (DE-600)2806687-X 2211-4718 nnns volume:5 year:2015 number:8 day:27 month:11 pages:215-222 https://dx.doi.org/10.1007/s13629-015-0104-1 lizenzpflichtig Volltext GBV_USEFLAG_A SYSFLAG_A GBV_SPRINGER GBV_ILN_2005 GBV_ILN_2009 GBV_ILN_2055 GBV_ILN_2111 AR 5 2015 8 27 11 215-222 |
allfieldsSound |
10.1007/s13629-015-0104-1 doi (DE-627)SPR031947913 (SPR)s13629-015-0104-1-e DE-627 ger DE-627 rakwb dut de Mol, Pieter verfasserin aut (Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker 2015 Text txt rdacontent Computermedien c rdamedia Online-Ressource cr rdacarrier Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie. bladder cancer (dpeaa)DE-He213 muscle invasive (dpeaa)DE-He213 neoadjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 adjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 immunotherapy (dpeaa)DE-He213 Gerritsen, Winald R. verfasserin aut Enthalten in Tijdschrift voor Urologie Houten : Bohn Stafleu Van Loghum, 2011 5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222 (DE-627)815914822 (DE-600)2806687-X 2211-4718 nnns volume:5 year:2015 number:8 day:27 month:11 pages:215-222 https://dx.doi.org/10.1007/s13629-015-0104-1 lizenzpflichtig Volltext GBV_USEFLAG_A SYSFLAG_A GBV_SPRINGER GBV_ILN_2005 GBV_ILN_2009 GBV_ILN_2055 GBV_ILN_2111 AR 5 2015 8 27 11 215-222 |
language |
Dutch |
source |
Enthalten in Tijdschrift voor Urologie 5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222 volume:5 year:2015 number:8 day:27 month:11 pages:215-222 |
sourceStr |
Enthalten in Tijdschrift voor Urologie 5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222 volume:5 year:2015 number:8 day:27 month:11 pages:215-222 |
format_phy_str_mv |
Article |
institution |
findex.gbv.de |
topic_facet |
bladder cancer muscle invasive neoadjuvant chemotherapy adjuvant chemotherapy immunotherapy |
isfreeaccess_bool |
false |
container_title |
Tijdschrift voor Urologie |
authorswithroles_txt_mv |
de Mol, Pieter @@aut@@ Gerritsen, Winald R. @@aut@@ |
publishDateDaySort_date |
2015-11-27T00:00:00Z |
hierarchy_top_id |
815914822 |
id |
SPR031947913 |
language_de |
niederlaendisch |
fullrecord |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?><collection xmlns="http://www.loc.gov/MARC21/slim"><record><leader>01000caa a22002652 4500</leader><controlfield tag="001">SPR031947913</controlfield><controlfield tag="003">DE-627</controlfield><controlfield tag="005">20201125153608.0</controlfield><controlfield tag="007">cr uuu---uuuuu</controlfield><controlfield tag="008">201007s2015 xx |||||o 00| ||dut c</controlfield><datafield tag="024" ind1="7" ind2=" "><subfield code="a">10.1007/s13629-015-0104-1</subfield><subfield code="2">doi</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(DE-627)SPR031947913</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(SPR)s13629-015-0104-1-e</subfield></datafield><datafield tag="040" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">DE-627</subfield><subfield code="b">ger</subfield><subfield code="c">DE-627</subfield><subfield code="e">rakwb</subfield></datafield><datafield tag="041" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">dut</subfield></datafield><datafield tag="100" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">de Mol, Pieter</subfield><subfield code="e">verfasserin</subfield><subfield code="4">aut</subfield></datafield><datafield tag="245" ind1="1" ind2="0"><subfield code="a">(Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker</subfield></datafield><datafield tag="264" ind1=" " ind2="1"><subfield code="c">2015</subfield></datafield><datafield tag="336" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Text</subfield><subfield code="b">txt</subfield><subfield code="2">rdacontent</subfield></datafield><datafield tag="337" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Computermedien</subfield><subfield code="b">c</subfield><subfield code="2">rdamedia</subfield></datafield><datafield tag="338" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Online-Ressource</subfield><subfield code="b">cr</subfield><subfield code="2">rdacarrier</subfield></datafield><datafield tag="520" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie.</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">bladder cancer</subfield><subfield code="7">(dpeaa)DE-He213</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">muscle invasive</subfield><subfield code="7">(dpeaa)DE-He213</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">neoadjuvant chemotherapy</subfield><subfield code="7">(dpeaa)DE-He213</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">adjuvant chemotherapy</subfield><subfield code="7">(dpeaa)DE-He213</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">immunotherapy</subfield><subfield code="7">(dpeaa)DE-He213</subfield></datafield><datafield tag="700" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Gerritsen, Winald R.</subfield><subfield code="e">verfasserin</subfield><subfield code="4">aut</subfield></datafield><datafield tag="773" ind1="0" ind2="8"><subfield code="i">Enthalten in</subfield><subfield code="t">Tijdschrift voor Urologie</subfield><subfield code="d">Houten : Bohn Stafleu Van Loghum, 2011</subfield><subfield code="g">5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222</subfield><subfield code="w">(DE-627)815914822</subfield><subfield code="w">(DE-600)2806687-X</subfield><subfield code="x">2211-4718</subfield><subfield code="7">nnns</subfield></datafield><datafield tag="773" ind1="1" ind2="8"><subfield code="g">volume:5</subfield><subfield code="g">year:2015</subfield><subfield code="g">number:8</subfield><subfield code="g">day:27</subfield><subfield code="g">month:11</subfield><subfield code="g">pages:215-222</subfield></datafield><datafield tag="856" ind1="4" ind2="0"><subfield code="u">https://dx.doi.org/10.1007/s13629-015-0104-1</subfield><subfield code="z">lizenzpflichtig</subfield><subfield code="3">Volltext</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_USEFLAG_A</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">SYSFLAG_A</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_SPRINGER</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_ILN_2005</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_ILN_2009</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_ILN_2055</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_ILN_2111</subfield></datafield><datafield tag="951" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">AR</subfield></datafield><datafield tag="952" ind1=" " ind2=" "><subfield code="d">5</subfield><subfield code="j">2015</subfield><subfield code="e">8</subfield><subfield code="b">27</subfield><subfield code="c">11</subfield><subfield code="h">215-222</subfield></datafield></record></collection>
|
author |
de Mol, Pieter |
spellingShingle |
de Mol, Pieter misc bladder cancer misc muscle invasive misc neoadjuvant chemotherapy misc adjuvant chemotherapy misc immunotherapy (Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker |
authorStr |
de Mol, Pieter |
ppnlink_with_tag_str_mv |
@@773@@(DE-627)815914822 |
format |
electronic Article |
delete_txt_mv |
keep |
author_role |
aut aut |
collection |
springer |
remote_str |
true |
illustrated |
Not Illustrated |
issn |
2211-4718 |
topic_title |
(Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker bladder cancer (dpeaa)DE-He213 muscle invasive (dpeaa)DE-He213 neoadjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 adjuvant chemotherapy (dpeaa)DE-He213 immunotherapy (dpeaa)DE-He213 |
topic |
misc bladder cancer misc muscle invasive misc neoadjuvant chemotherapy misc adjuvant chemotherapy misc immunotherapy |
topic_unstemmed |
misc bladder cancer misc muscle invasive misc neoadjuvant chemotherapy misc adjuvant chemotherapy misc immunotherapy |
topic_browse |
misc bladder cancer misc muscle invasive misc neoadjuvant chemotherapy misc adjuvant chemotherapy misc immunotherapy |
format_facet |
Elektronische Aufsätze Aufsätze Elektronische Ressource |
format_main_str_mv |
Text Zeitschrift/Artikel |
carriertype_str_mv |
cr |
hierarchy_parent_title |
Tijdschrift voor Urologie |
hierarchy_parent_id |
815914822 |
hierarchy_top_title |
Tijdschrift voor Urologie |
isfreeaccess_txt |
false |
familylinks_str_mv |
(DE-627)815914822 (DE-600)2806687-X |
title |
(Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker |
ctrlnum |
(DE-627)SPR031947913 (SPR)s13629-015-0104-1-e |
title_full |
(Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker |
author_sort |
de Mol, Pieter |
journal |
Tijdschrift voor Urologie |
journalStr |
Tijdschrift voor Urologie |
lang_code |
dut |
isOA_bool |
false |
recordtype |
marc |
publishDateSort |
2015 |
contenttype_str_mv |
txt |
container_start_page |
215 |
author_browse |
de Mol, Pieter Gerritsen, Winald R. |
container_volume |
5 |
format_se |
Elektronische Aufsätze |
author-letter |
de Mol, Pieter |
doi_str_mv |
10.1007/s13629-015-0104-1 |
author2-role |
verfasserin |
title_sort |
(neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker |
title_auth |
(Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker |
abstract |
Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie. |
abstractGer |
Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie. |
abstract_unstemmed |
Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie. |
collection_details |
GBV_USEFLAG_A SYSFLAG_A GBV_SPRINGER GBV_ILN_2005 GBV_ILN_2009 GBV_ILN_2055 GBV_ILN_2111 |
container_issue |
8 |
title_short |
(Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker |
url |
https://dx.doi.org/10.1007/s13629-015-0104-1 |
remote_bool |
true |
author2 |
Gerritsen, Winald R. |
author2Str |
Gerritsen, Winald R. |
ppnlink |
815914822 |
mediatype_str_mv |
c |
isOA_txt |
false |
hochschulschrift_bool |
false |
doi_str |
10.1007/s13629-015-0104-1 |
up_date |
2024-07-04T01:56:39.369Z |
_version_ |
1803611746462597120 |
fullrecord_marcxml |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?><collection xmlns="http://www.loc.gov/MARC21/slim"><record><leader>01000caa a22002652 4500</leader><controlfield tag="001">SPR031947913</controlfield><controlfield tag="003">DE-627</controlfield><controlfield tag="005">20201125153608.0</controlfield><controlfield tag="007">cr uuu---uuuuu</controlfield><controlfield tag="008">201007s2015 xx |||||o 00| ||dut c</controlfield><datafield tag="024" ind1="7" ind2=" "><subfield code="a">10.1007/s13629-015-0104-1</subfield><subfield code="2">doi</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(DE-627)SPR031947913</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(SPR)s13629-015-0104-1-e</subfield></datafield><datafield tag="040" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">DE-627</subfield><subfield code="b">ger</subfield><subfield code="c">DE-627</subfield><subfield code="e">rakwb</subfield></datafield><datafield tag="041" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">dut</subfield></datafield><datafield tag="100" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">de Mol, Pieter</subfield><subfield code="e">verfasserin</subfield><subfield code="4">aut</subfield></datafield><datafield tag="245" ind1="1" ind2="0"><subfield code="a">(Neo)adjuvante chemotherapie bij spierinvasieve blaaskanker</subfield></datafield><datafield tag="264" ind1=" " ind2="1"><subfield code="c">2015</subfield></datafield><datafield tag="336" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Text</subfield><subfield code="b">txt</subfield><subfield code="2">rdacontent</subfield></datafield><datafield tag="337" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Computermedien</subfield><subfield code="b">c</subfield><subfield code="2">rdamedia</subfield></datafield><datafield tag="338" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Online-Ressource</subfield><subfield code="b">cr</subfield><subfield code="2">rdacarrier</subfield></datafield><datafield tag="520" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Samenvatting Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie. Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie.</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">bladder cancer</subfield><subfield code="7">(dpeaa)DE-He213</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">muscle invasive</subfield><subfield code="7">(dpeaa)DE-He213</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">neoadjuvant chemotherapy</subfield><subfield code="7">(dpeaa)DE-He213</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">adjuvant chemotherapy</subfield><subfield code="7">(dpeaa)DE-He213</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">immunotherapy</subfield><subfield code="7">(dpeaa)DE-He213</subfield></datafield><datafield tag="700" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Gerritsen, Winald R.</subfield><subfield code="e">verfasserin</subfield><subfield code="4">aut</subfield></datafield><datafield tag="773" ind1="0" ind2="8"><subfield code="i">Enthalten in</subfield><subfield code="t">Tijdschrift voor Urologie</subfield><subfield code="d">Houten : Bohn Stafleu Van Loghum, 2011</subfield><subfield code="g">5(2015), 8 vom: 27. Nov., Seite 215-222</subfield><subfield code="w">(DE-627)815914822</subfield><subfield code="w">(DE-600)2806687-X</subfield><subfield code="x">2211-4718</subfield><subfield code="7">nnns</subfield></datafield><datafield tag="773" ind1="1" ind2="8"><subfield code="g">volume:5</subfield><subfield code="g">year:2015</subfield><subfield code="g">number:8</subfield><subfield code="g">day:27</subfield><subfield code="g">month:11</subfield><subfield code="g">pages:215-222</subfield></datafield><datafield tag="856" ind1="4" ind2="0"><subfield code="u">https://dx.doi.org/10.1007/s13629-015-0104-1</subfield><subfield code="z">lizenzpflichtig</subfield><subfield code="3">Volltext</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_USEFLAG_A</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">SYSFLAG_A</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_SPRINGER</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_ILN_2005</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_ILN_2009</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_ILN_2055</subfield></datafield><datafield tag="912" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">GBV_ILN_2111</subfield></datafield><datafield tag="951" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">AR</subfield></datafield><datafield tag="952" ind1=" " ind2=" "><subfield code="d">5</subfield><subfield code="j">2015</subfield><subfield code="e">8</subfield><subfield code="b">27</subfield><subfield code="c">11</subfield><subfield code="h">215-222</subfield></datafield></record></collection>
|
score |
7.401725 |